Begroting 2021

Taakvelden

8.3 Wonen en bouwen

x € 1.000

Realisatie
2019

Begroting
2020

Begroting
2021

Begroting
2022

Begroting
2023

Begroting
2024

Lasten

33.475

33.773

12.759

12.652

12.483

11.162

Baten

-33.753

-36.442

-10.238

-9.394

-9.395

-9.395

Mutatie reserves

-399

-25

-182

-179

-179

-179

Saldo

-677

-2.694

2.339

3.079

2.909

1.588

Toelichting vaste taken

Tot dit taakveld behoren gebiedsontwikkeling, woningvoorraad en huisvestingsvoorziening: bouwvergunningen, basisregistratie adressen en gebouwen (BAG, woningbouw, woonruimteverdeling, stedelijke vernieuwing.

Voor beheer en instandhouding van de woningvoorraad en huisvestingsvoorziening is een bedrag van circa € 2 miljoen (excl. investeringen) beschikbaar. Hier tegenover staan jaarlijkse inkomsten door verhuur of in bruikleen stelling van deze objecten van circa € 2.5 miljoen.
Op de bouwvergunningen worden jaarlijkse inkomsten van circa € 6,8 miljoen verwacht. Het merendeel van de overige lasten bestaat uit personeelslasten.

Toelichting financiële mutaties

Kaderbrief: intensivering (totaal € 1,5 miljoen, 2021 € 0,4 miljoen, 2022 € 0,6 miljoen en 2023 € 0,5 miljoen) aan het programma Slim Verduurzamen Vastgoed. Deze middelen worden ingezet voor capaciteit en extern onderzoek/advies voor het verduurzamen van het eigen gemeentelijk vastgoed, wat zo als vliegwiel dient voor het verduurzamen van de stad. Het creëren van het vliegwiel doen we door nadrukkelijk de samenwerking op te zoeken met partners in de stad, zoals woningcorporaties (Pact), andere vastgoedeigenaren (bv schoolbesturen), kennisinstellingen en marktpartijen. Dit is onderdeel van de middelen voor kllimaat en energie van € 7,2 miljoen. In paragraaf 3i ‘’Duurzaamheid’ is de inzet van de intensiveringsmiddelen op duurzaamheid integraal uitgewerkt.

Gebiedsgericht werken: investering in levendige en leefbare wijken in 2021 t/m 2023 (€ 0,7 miljoen per jaar). Dit wordt ingezet op projecten die een bijdrage leveren vanuit de brede, integrale opgave die we zien in wijken. Bijv. investeringen op het gebied van samenleving & sociale cohesie, veiligheid, gezondheid, meervoudige problematiek en activering (o.a. leren, werken). Hierbij staan integraliteit, samenwerking en co-creatie centraal.

Intensivering voor uitvoeren van onderhoudsinspecties aan het gemeentelijk vastgoed (2021 €200.000, 2022 en verder jaarlijks €100.000); de reeds beschikbare middelen voor het uitvoeren van deze inspecties tekort schieten maar de gemeente wel verantwoordelijk is voor een deugdelijke staat van haar vastgoed.

Voor uitwerking van de woondeal en om uitvoering te geven aan de samenwerking met de G4 is extra capaciteit en budget noodzakelijk. Naast lokale en regionale samenwerking zetten we nadrukkelijk in op landelijke samenwerking, om zo mee te kunnen doen en kansen te kunnen benutten op het gebied van stimulering van de woningmarkt, maar ook om kennis te delen. Daarom is van 2021 t/m 2024 jaarlijks € 0,25 miljoen toegekend.

Voor het versnellen van wonen en bouwen en het faciliteren van de groei van de stad is voor uitbreiding van capaciteit in 2021 t/m 2023 één fte (accountmanager bouwoffensief) aan de bestaande formatie toegevoegd.
Tot slot is in 2021 en 2022 € 50.000 beschikbaar voor de commissie ruimtelijke kwaliteit (CRK).

Op basis van het BBV is het verplicht om aan investeringen de daadwerkelijke directe (loon)kosten toe te rekenen. Aan groot onderhoud (uit voorzieningen), investeringen en grondexploitaties mag daarnaast ook een redelijk deel van de overhead worden toegerekend. Dit doen we nu via standaard uurtarieven, die hoger zijn dan de werkelijke kosten. Dit is niet langer toegestaan. De bijstelling die we op grond van de BBV moeten doen heeft een negatief effect op de algemene middelen. Wel staat BBV toe dat overhead wordt toegerekend aan inhuur. Deze wijziging dempt het negatief effect en leidt er tevens toe dat ingehuurd personeel voor projecten voortaan gelijk staat aan vast personeel. Per saldo is in de kaderbrief rekening gehouden met een structureel nadeel van € 1,9 miljoen.

Het verschil tussen 2020 en 2021 in de lasten en baten wordt verklaard doordat de dekking van de projecturen vanaf 2021 als negatieve lasten zijn opgenomen, dit is voorgeschreven in het BBV.

Deze pagina is gebouwd op 09/22/2020 21:57:31 met de export van 09/22/2020 21:46:44