Voor u ligt de begroting voor het jaar 2021. Deze begroting is de uitwerking van de in de Kaderbrief uitgezette koers die u op 30 juni jl. in uw meningsvorming besproken heeft. Wij constateren enerzijds dat uw raad zich kon vinden in de richting die wij hierin schetsten. En anderzijds dat u nadrukkelijk aangegeven heeft bij de begroting meer uitwerking te verwachten van onze voorgenomen intensiveringen.
De Kaderbrief en deze begroting zijn tot stand gekomen in een uitzonderlijke tijd. De coronacrisis heeft een enorme impact op ons dagelijks leven. Tot op de dag van vandaag hebben we te maken met beperkende maatregelen die impact hebben op het leven van mensen en op het economisch klimaat. Op 14 augustus jl. presenteerde het CBS een eerste voorlopige raming over de economische gevolgen van de crisis: een ongekende economische krimp van ruim 8,5% [1] en het verlies van 322.000 banen [2] in het tweede kwartaal van 2020. Ondanks dat Nederland het in vergelijking met een groot aantal andere Europese landen nog relatief goed doet, heeft dit direct én op de langere termijn gevolgen voor veel mensen. Banen en daarmee het inkomen van mensen die werkzaam zijn in de getroffen sectoren komen - ook in onze stad - onder druk te staan. We hebben op dit moment geen zicht op het verloop van de crisis en daarmee ook nog niet op het hoe en wanneer een herstel zal inzetten. Hoewel de gezondheidscrisis aan het begin van de zomer onder controle leek en maatregelen werden versoepeld, zien we nu in delen van Europa een opleving van het aantal besmettingen. Naast het risico van opnieuw (te) grote druk op het zorgsysteem, zullen bij oplopende besmettingsaantallen ook weer meer beperkende maatregelen opgelegd gaan worden met alle gevolgen van dien.
Ontwikkelingen
Ook los van de coronacrisis leven we in een onrustige en onzekere tijd. We zien mondiale ontwikkelingen die onvermijdelijk invloed gaan hebben. De verkiezingen in de VS in november van dit jaar, de steeds harder wordende verkiezingsdebatten en statements daaraan voorafgaand, de internationale beweging van black lives matter als reactie op politiegeweld tegen Afro-Amerikanen, de golf van protesten in de VS en de rest van de wereld daaromtrent en de tegendemonstraties die dat weer oproept, zorgen voor groeiende spanningen die ook naar onze samenleving kunnen overslaan. Dat zet druk op de samenleving en niet voor niets zetten we komend jaar nadrukkelijk in op inwonersparticipatie en diversiteit als belangrijke thema’s. De ontwikkelingen in Belarus en de manier waarop Rusland daarmee om zal gaan, leidt tot geopolitieke (en daarmee ook economische) uitdagingen voor de internationale gemeenschap. Hetzelfde geldt voor de groeiende greep van China op Hongkong en de protesten daartegen die de spanningen in de relatie met China verder doen oplopen. Een internationaal georiënteerde stad als Eindhoven wordt ook zeker geraakt door de al langer sluimerende handelsoorlog tussen de VS en China. De discussie over de exportvergunningen van ASML en de belemmeringen op het zakendoen met Huawei, hebben niet alleen gevolgen voor de wereldeconomie, maar raakt ook onze bedrijven. Verder is het ook nog onzeker wat het effect zal zijn van de massieve steunmaatregelen die nationaal en internationaal ingezet worden. De geldkranen van overheden en centrale banken worden vol opengezet om de economie te stutten, maar de langetermijneffecten hiervan zijn onzeker: wordt er snel herstel bereikt, wat betekent het voor de schuldposities en de ontwikkeling van de rente? Gaan we te maken krijgen met de gewenste stijgende inflatie of ligt deflatie op de loer? In september maakt de ECB bekend dat er voor het eerst in vier jaar sprake was van deflatie in de eurozone waardoor het risico bestaat dat investeringen en aankopen uitgesteld worden. Dit wordt als een slecht economisch teken gezien. Vanuit consumentenoptiek lijkt het positief, maar het heeft negatieve invloed op bijvoorbeeld de pensioenopbouw. Kortom: veel onzekerheden en voor een deel onontgonnen terrein. We hebben het in deze mate nog niet eerder meegemaakt. We weten niet hoe de wereld er volgend jaar uitziet, maar wel dat deze ontwikkelingen in de wereld ook impact hebben op Nederland en onze stad. Volgend jaar maart zijn in Nederland de Tweede Kamerverkiezingen. Deze zullen beïnvloed worden door de toenemende spanningen in de wereld, die zich steeds vaker ook manifesteren in ons land, en door de coronacrisis en de grote economische en maatschappelijke impact daarvan. Dit alles heeft effect op de Eindhovense samenleving en op de individuele inwoners waartoe we ons als gemeente moeten verhouden.
Lukt het ons om de positieve zaken zoals de saamhorigheid in de samenleving en het gevoel van onderlinge verbondenheid vast te houden? En wat gaat het betekenen voor de kwetsbaren in onze stad? De coronacrisis lijkt sociaaleconomische verschillen in de samenleving te versterken en daar moeten we scherp op zijn. De anderhalvemetersamenleving heeft grote gevolgen en impact op het leven van mensen. We weten dat dit uithoudingsvermogen en veerkracht vraagt van ons allemaal. We zien ook dat deze maatregel tot discussie leidt. De samenleving vervalt in extremen; ook in Eindhoven manifesteren zich ‘voorstanders’ en ‘tegenstanders’ van de coronamaatregelen. De druk om vol te houden wordt groter, de nuance minder en de discipline langzaam moeilijker. Het zijn ingewikkelde belangenafwegingen. Het gaat om beperkingen soms ver buiten het eigen belang om de gezondheid van anderen te beschermen. We willen hierbij nogmaals een oproep doen op alle Eindhovenaren en daarmee ook op onszelf om elkaar vast te houden en de maatregelen na te blijven leven zolang als dat nodig is ter bescherming van elkaar en de volksgezondheid.
De blik van Brede Welvaart
De bovengenoemde forse onzekerheden maken dat we met het opstellen van deze begroting nog steeds varen in een nauwelijks optrekkende mist. We zien het als onze opgave om de ontwikkelingen in de wereld te beoordelen op de impact voor de Eindhovenaar. Dat vraagt om continu werelden aan elkaar te verbinden. Economie, ecologie en samenleving zijn geen losstaande zaken, maar vormen een samenhangende context waarin mensen hun levens vormgeven. We willen hier steeds meer integraal op sturen. Vandaar dat er in 2020 hard gewerkt is om de monitor Brede Welvaart op te stellen. We willen dat zoveel mogelijk Eindhovenaren meedoen en meeprofiteren van het succes van Brainport in deze onzekere tijden. Ons kompas is de koers zoals we die in de Kaderbrief beschreven en die invulling geeft aan onze ambities uit het coalitieakkoord Evenwicht en Energie.
In aanvulling op de steunmaatregelen van het Rijk, hebben we zelf in het afgelopen halfjaar de nodige lokale maatregelen genomen om onze bijdrage te leveren om de pijn van de crisis te verzachten. Op 1 juli jl. hebben wij u middels een raadsinformatiebrief inzicht gegeven in het totaal van gemeentelijke en rijksmaatregelen. In deze raadsinformatiebrief is een link opgenomen naar een onlinedocument dat continu geactualiseerd wordt. Daarnaast hebben we een kader ontwikkeld en met u besproken op basis waarvan we de afwegingen maken of en op welke wijze gemeentelijke steunverlening aan de orde is. Dit kader is gericht op het in stand houden van de voor Eindhoven vitale maatschappelijke infrastructuur. Tenslotte hebben we een lokaal corona-dashboard ontwikkeld om inzicht te geven in een aantal voor de stad belangrijke corona-gerelateerde ontwikkelingen. We weten niet of deze maatregelen op termijn voldoende zullen zijn.
Schaalsprong: investeren en organisatie
We willen en moeten tegelijkertijd anticiperen op de mogelijke langetermijneffecten van de crisis. De Eindhovense samenleving verwacht ook van ons dat we verder kijken dan vandaag en morgen. We blijven oog houden voor wat nodig is in de toekomst en we beperken ons dan ook niet tot het hier en nu. We werken aan de stad vanuit het perspectief op de toekomst. Eindhoven is en blijft aantrekkelijk om in te wonen, werken en investeren en we zien dat de stad een schaalsprong aan het maken is. Om die reden wordt ook geld vrijgemaakt voor strategische investeringen. Dat vraagt ook wat van onze rol als stadsbestuur en de organisatie. We werken hierom aan een nieuwe organisatie-visie “richting Eindhoven”. De conceptversie is in 2020 door de directieraad gepresenteerd en dit wordt in 2021 verder uitgewerkt.
We blijven bij de landelijke politiek aandacht vragen om de randvoorwaarden voor de opgaven van de stad goed in te vullen. We merken al jaren dat het (financieel) meer vraagt van ons als lokale overheid dan waar we ruimte voor hebben. We hebben een goede positie met onze Brainportregio bij de provincie en in Den Haag, maar we hebben nog steeds structurele uitdagingen in onze gemeentelijke financiën om onze opgaven te bekostigen. We hebben in de volle breedte een structureel tekort aan mogelijkheden om te investeren in de kwaliteit van onze groeiende stad. Of het nu gaat om de mobiliteitsopgaven of het noodzakelijke voorzieningenniveau als een toekomstbestendig zorgsysteem. Wij prijzen onszelf in ieder geval gelukkig dat we incidentele ruimte hebben om te investeren, in de fysieke stad, in de samenleving en in individuele mensen. Daar hebben we in de afgelopen twee jaar ook bewust op gestuurd. Investeringen die ons ook moeten helpen om beter uit de crisis te komen: de crisis als kans. Juist in deze regio zijn we op zoek naar innovaties op het gebied van duurzaamheid, mobiliteit en het vasthouden en versterken van de saamhorigheid in de samenleving.
Strategie voor de begroting
Tegelijkertijd zijn wij er ons van bewust dat wij deze begroting maken met de kennis van nu. De genoemde onzekerheden maken ook dat wij financieel conservatief moeten zijn. We willen immers niet terug naar de financiële problemen uit 2017. Het is daarom goed dat het weerstandsvermogen sneller dan voorzien in het coalitieakkoord boven de norm is gekomen. Mocht de crisis langer aanhouden of mocht er een tweede corona-golf komen, dan zullen wij opnieuw moeten kijken naar besteding van middelen en wellicht prioriteiten opnieuw moeten afwegen. Er zijn op verschillende beleidsterreinen risico’s die wij deels wel en deels niet kunnen voorzien. We denken daarbij bijvoorbeeld aan risico’s in het sociaal domein, zoals de oplopende werkloosheid en de gevolgen voor het BUIG-budget en onzekerheid over de gevolgen van de crisis voor de toekomstige zorgvraag. Risico’s vanwege mogelijke vertraging in het woningbouwprogramma, met betrekking tot handhavingscapaciteit die in belangrijke mate afhangt van de duur en aard van de crisis. Risico’s ten gevolge van de tijdelijke subsidiecompensatie in de culturele sector omdat we niet willen inleveren op ons voorzieningenniveau en het grote belang zien van cultuur voor onze stad en inwoners. Daar waar wij het risico reëel achten en concreet kunnen invullen en vertalen, bouwen wij financiële ruimte in.
Het is spannend hoe de crisis verder gaat verlopen. Dit vraagt van ons een strategie voor het komende begrotingsjaar. Deze strategie bestaat uit vier pijlers:
- Brede welvaart als richtsnoer
We hanteren in onze strategie de blik van brede welvaart als richtsnoer, zodat we onze keuzes evenwichtig maken en om de integraliteit en samenhang van onze inzet te bewaken. Wij kijken bewust breed naar welvaart voor mensen, omdat we overtuigd zijn dat welvaart meer is dan enkel inkomen en economische groei. We hebben de eerste versie van de Eindhovense monitor Brede Welvaart aan u gepresenteerd. De monitor geeft niet alleen aan hoe het feitelijk gaat met onze samenleving, het is daarmee ook een integraal instrument voor het debat. Met daarbij één kanttekening; de effecten van de coronacrisis zijn in deze eerste versie nog niet zichtbaar omdat de meting is gedaan voor de grote impact van de coronacrisis.
- We voeren een financieel conservatief en prudent beleid.
Het oplossen van bestaande knelpunten en het nakomen van bestuurlijke toezeggingen uit het verleden blijft onze eerste prioriteit. Financieel evenwicht en een betrouwbare begroting zijn zeker ook in deze tijd van onzekerheid noodzakelijk. We willen namelijk niet terug naar de financiële malaise van drie jaar geleden, maar een betrouwbare overheid zijn die haar afspraken nakomt en haar verantwoordelijkheid neemt. Het oplossen van zaken die feitelijk onvoorzien, onvermijdelijk of onuitstelbaar zijn, heeft daarmee prioriteit om te zorgen dat de begroting op orde is. Daarnaast kijken we naar bestuurlijke verplichtingen die, gegeven de financiële ruimte die er nu is, ingevuld kunnen worden.
- We geven invulling aan de ambities van het coalitieakkoord .
Er is financiële ruimte ontstaan om te investeren in onze inhoudelijke ambities. Beknopt samengevat gaat het om de volgende ambities van ons coalitieakkoord; zorgen dat iedereen mee kan doen, dat iedereen de juiste zorg krijgt die nodig is, realiseren van een gezond leefklimaat, groenere wijken en binnenstad, onderwijs, economische versterking, bijdragen aan de energietransitie en verbeteren van duurzame bereikbaarheid van en in de stad. Het koesteren van diversiteit en het terugdringen van polarisatie zijn daarbij voor ons belangrijke randvoorwaarden zodat Eindhoven een stad is waar het fijn wonen, leven en werken is. De concrete invulling geven we in de volgende paragraaf.
- We anticiperen zo goed als mogelijk op de lange termijneffecten van de crisis zodat we er als stad sterker uitkomen.
Het invulling geven aan de ambities van het coalitieakkoord doen we in de context van de huidige corona-crisis. Deze crisis brengt, naast de huidige onzekerheden, korte- en langetermijneffecten met zich mee. Deels zijn deze nu al zichtbaar en daar moeten we in ieder geval met de kennis van dit moment zo goed mogelijk op anticiperen. We kijken hoe we met onze inzet de stad en de mensen kunnen versterken en de weerbaarheid kunnen vergroten. We proberen daarbij zo veel mogelijk gebruik te maken van de mogelijkheden die andere overheden bieden om uit de crisis te komen, zoals het door het Rijk aangekondigde investeringsfonds of het Europese steunfonds waarover de regeringsleiders in juli overeenstemming hebben bereikt.
Uitwerking keuzes voor 2021
In de Kaderbrief hebben wij op hoofdlijnen inzicht gegeven in de manier waarop we onze structurele en incidentele ruimte willen inzetten. Sinds de bespreking zijn er een aantal ontwikkelingen die van invloed zijn op deze begroting. Zoals gebruikelijk zijn er een aantal technische actualisaties, hiervoor verwijzen wij u naar de financiële hoofdlijn. Er is sprake van een tijdelijk voordeel op de kapitaalslasten als gevolg van een vertraging in de investeringen, dit voordeel hebben wij verwerkt in de opstelling van de begroting. Daarnaast voorzien wij een extra tegenvaller op de BUIG aan de hand van de jaarlijkse actualisatie (hierover later meer), deze lossen wij op binnen de gestelde buffer en via een technische actualisatie.
Voor de woonlasten is en blijft de afspraak dat we binnen de G40-norm blijven, conform het coalitieakkoord. Mede als gevolg van toenemende kosten op afvalinzameling van rijkswege en door het vele bijplaatsen van afval in de stad, zijn we genoodzaakt het tarief te verhogen. Dit heeft effect op de woonlasten. Het gemiddelde tarief voor huishoudens stijgt hierdoor met € 10 euro extra in 2021 ten opzichte van de Kaderbrief. Daarnaast blijven we Cure vragen te kijken naar efficiency, handhaving en naar gedragsbeïnvloeding om bijplaatsing van afval te verminderen.
De coronacrisis brengt ook een aanvullende financiële uitdaging met zich mee voor de begroting. We hebben in de afgelopen jaren de omslag kunnen maken om uit de financiële tekorten te komen en het weerstandsvermogen weer op niveau te brengen. We moeten ervoor zorgen dat we niet terugvallen door de gevolgen van de coronacrisis. We benutten een deel van onze eenmalige ruimte ter financiering van de steunmaatregelen in 2020 die we in de afgelopen maanden genomen hebben. Op basis van onze huidige inzichten en de toezeggingen die het Rijk gedaan heeft voor compensatiemaatregelen gaan we er nu vanuit dat het in de Kaderbrief genoemde bedrag van € 15 miljoen nog steeds adequaat is om dit af te dekken. Het Rijk heeft eind augustus aanvullende compensatie met een tweede steunpakket voor gemeenten bekend gemaakt. We brengen de gevolgen hiervan in beeld in de nadere toelichting septembercirculaire.
Op basis van de inhoudelijke lijnen in de Kaderbrief hebben we de begroting opgesteld. Bij deze begroting hebben we concreet uitgewerkt wat we willen bereiken en welke bedragen daarmee gemoeid zijn. Dit hebben we nu zo concreet mogelijk proberen te doen voor alle intensiveringen, maar voor sommige behoeft dit ook nog verdere uitwerking. Zoals aangegeven in de vorige paragraaf hanteren we daarbij een strategie die ons helpt om toekomstvast te investeren en ruimte te creëren voor die zaken die, mede door de coronacrisis, aandacht vragen en/of in een nieuw daglicht komen te staan. Zoals aangegeven in de Kaderbrief hebben we te maken met een aantal zaken die onontkoombaar, onvermijdelijk of onuitstelbaar zijn (de OOO’s). Gewijzigde wet- en regelgeving, nieuwe ontwikkelingen of consequenties van eerdergenoemde besluiten zijn de voornaamste oorzaken hiervan. Het oplossen van deze zaken hebben voor ons prioriteit om ervoor te zorgen dat onze begroting betrouwbaar is en daarmee een goed en voorspelbaar sturingsinstrument. Deze OOO’s beschrijven we in de financiële hoofdlijn.
Hieronder lichten wij onze inzet en met name onze intensiveringen op de ambities uit het coalitieakkoord toe.
Zorgzaam en zorgvuldig
We maken in 2021 een omslag in het sociaal domein. Van een periode waarin de focus primair heeft gelegen op de beheersing van de balans tussen begrote en werkelijke kosten en het onder controle brengen van financiële en organisatorische vraagstukken, maken we de stap naar een volgende fase. Een fase waarin we verdergaand invulling geven aan de ambitie voor toekomstbestendige zorg en ondersteuning. We maken ruimte om beter en proactiever in te spelen op datgene wat er nu en in de toekomst voor onze stad nodig is.
We doen dit met de benodigde en door ervaring in het verleden opgebouwd realisme. Daarnaast spelen we in op de gevolgen van de coronacrisis. Langs onze vier ontwikkellijnen, te weten: het maken van scherpe keuzes, vormgeven van multihelix samenwerking, vereenvoudiging en digitalisering ontwikkelen we het beleid en de uitvoering. We hebben de eerste stappen in de verandering al gezet, met de hervorming van de maatschappelijke opvang, het vormgeven van het nieuwe armoede- en schuldenbeleid, de nieuwe inkoopstrategie - die komend jaar in de praktijk zal worden gebracht - en het subsidieplan.
We creëren structurele ruimte voor ambities, waarmee we uitvoering geven aan de prioriteiten uit het coalitieakkoord en kunnen inspelen op hetgeen nu - onder andere door de gevolgen van corona - en in de toekomst voor onze stad nodig is. We maken in totaal structureel € 4,2 miljoen vrij binnen de begroting van het sociaal domein. Dit college doet de eerste aanzet voor de invulling van een toekomstgerichte agenda, die zich organisch zal ontwikkelen, afhankelijk van de opgave de komende jaren. Wij realiseren ons hierbij dat onze uitgangspositie, mede door de inzet van afgelopen jaren, beter is dan die van andere gemeenten. Veel gemeenten kampen - los van de coronacrisis - met stevige financiële tekorten op de zorg en hebben grote moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.
We richten ons op de kern van de transformatie: het omdraaien van de beweging van 2 naar 1 naar 0: waar mogelijk voorkomen we de inzet van specialistische zorg door gebruik te maken van de kracht van mensen en de samenleving. Hernieuwde focus op de preventieve kant en versterken van het fundament in de samenleving dat mensen kan opvangen en kan helpen om hun weg te vinden en hun leven op de rails te krijgen. We gaan bijvoorbeeld kijken of we de voorzieningen in de wijk beter toegankelijk kunnen maken zodat we mensen dichter bij huis, zonder indicatie en aansluitend bij hun interesse kunnen helpen met dagbesteding. Dit vanzelfsprekend zolang de persoonlijke situatie van een inwoner dat toelaat. Deze ontwikkeling geeft ook interessante mogelijkheden en nieuwe kansen voor onze buurthuizen. En we creëren experimenteerruimte, zoals met een ‘sociaal hospitaal’, waarmee we maatwerk voor en met huishoudens maken waarin het herstel van bestaanszekerheid (inkomen en woning) voorop staat.
We maken de tot nu toe incidenteel gefinancierde transformatieagenda structureel. De transformatieopgave is onverminderd groot: we blijven eraan werken dat mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, die ondersteuning zoveel mogelijk dichtbij hun eigen omgeving in laagdrempelige, toegankelijke voorzieningen kunnen vinden. Het is noodzakelijk om te blijven experimenteren om te komen tot vernieuwde ondersteuningsvormen en daarom zetten we de twee-jarige agenda om in een structureel programma.
We realiseren ons daarnaast dat onze eigen organisatie ook een impuls nodig heeft om haar rol te kunnen waarmaken. Het investeren in dataontwikkeling en stuurinformatie, verbeterde dienstverlening door het digitaliseren en vereenvoudigen van klantprocessen gaat helpen om onze inwoners beter van dienst te zijn en zelf regie te laten houden.
De concrete inhoudelijke prioriteiten waar we de komende jaren op willen investeren op basis van het coalitieakkoord en de nieuwe inzichten door corona zijn: terugdringen en voorkomen armoede en schulden, voorkomen van langdurige werkloosheid, bevorderen van preventie en gezondheid en verbeteren van ondersteuning aan de meest kwetsbare inwoners.
De coronacrisis heeft het belang van een goede fysieke en geestelijke gezondheid meer dan duidelijk gemaakt. Daarnaast laat het onderzoek naar trends en ontwikkeling en de monitor brede welvaart zien dat er grote verschillen zijn in levensverwachting en beleving van gezondheid. We willen daarom de gezondheid van inwoners verstevigen door ‘positieve gezondheid’ als leidraad te hanteren. Daarom starten we volgend jaar met een integraal gezondheidsprogramma waarbij we met name de nadruk leggen op preventie. Gezien de landelijk gesignaleerde trend van groeiende zorgkosten is preventie van belang voor het betaalbaar houden van de zorg. Dit vraagt om samenwerking binnen de gemeentelijke organisatie (ruimtelijk, sociaal, onderwijs, sport en cultuur) en met zorgverzekeraars, GGD en overige partners in de stad, zoals Coöperatie Slimmer Leven (Brainport Health) enBrainport Foundation.
Naast investeren in preventie is het ook noodzakelijk om zorg en ondersteuning aan de meest kwetsbare groep in de samenleving te verbeteren. Met de recent vastgestelde visie en aanpak Maatschappelijke Opvang hebben we een belangrijke stap voorwaarts gezet. De komende jaren geven we hier uitvoering aan en zetten we samen met de regio ook stappen op het gebied van beschermd wonen, zodat inwoners met complexe problemen zo zelfstandig mogelijk thuis kunnen wonen met passende ondersteuning en begeleiding. Dat vraagt naast het anders inrichten van ondersteuningsvormen (extramuralisering) ook aandacht voor de leefbaarheid in de buurten. Met een extra financiële impuls investeren we in activiteiten in de buurt en wijk. Denk hierbij aan outreachend werk voor ondersteuning aan zorgmijders als ook aan (collectieve) voorzieningen. Deze aanpak vraagt een gezamenlijke inspanning in samenwerking met woningcorporaties, cliëntenorganisaties, zorgaanbieders en andere relevante partijen.
We geloven dat onderwijs de grootste ‘equalizer’ is voor kinderen en jongeren. Dat blijkt heel duidelijk uit de laatste landelijke monitor Brede Welvaart. Onderwijs geeft kansen en is het middel om daarmee in preventieve zin aan brede welvaart te werken. Daarom zetten we extra in op het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten in Eindhoven, naast het nieuwe regionale programma dat wordt verlengd. Ook geven we krachtig uitvoering aan de in 2020 opgestelde Lokale Educatieve Agenda. Dit is de eerste keer dat we samen met scholen en andere maatschappelijke partners integraal inzetten op een aantal thema’s. In 2021 doen we dit op een aantal gefocuste thema’s als gelijke kansen voor iedereen en actief burgerschap, laaggeletterdheid en de aansluiting tussen onderwijs en jeugdhulp.
Het armoede- en schuldenbeleid hebben we in 2020 samen met de stad vormgegeven. In 2021 gaan we hier onverkort op doorpakken. Door de coronacrisis hebben veel inwoners een lager inkomen en daarmee een groter risico op armoede en schulden. Daarbij leidt financiële stress en onzekerheid vaak tot problemen op andere leefgebieden. Effectieve ondersteuning, preventie en vroegsignalering bij armoede en schulden helpt in het voorkomen van armoede en schulden én leidt tot minder inzet van overige ondersteuning (Jeugd, Wmo, etc.) We hebben ook oog voor de gevolgen van de coronacrisis voor flexwerkers en mensen met tijdelijke contracten. We investeren daarom extra in de armoede- en schuldenaanpak en voorzien mede daarom dat de risicobuffer sociaal domein die we in de Kaderbrief aankondigden, in zijn geheel nodig is voor het verwacht tekort op de BUIG. De meest kwetsbaren op de arbeidsmarkt worden als eerste geraakt door de crisis. We zien dat nu al in de cijfers en we verwachten dat dit vraagstuk de komende tijd steeds groter gaat worden. Als lokale overheid hebben we een belangrijke taak om mensen ook in crisistijd mee te laten blijven doen en te zorgen dat we daar in onze begroting een goed vangnet voor organiseren. Daarom vergroten we die buffer tot € 10,7 miljoen. We kunnen dit nu opvangen door prudent te begroten, maar daarmee hebben we geen duurzame oplossing gevonden. We blijven dit daarom ook onder de aandacht brengen van het Rijk voor extra compensatie voor gemeenten vanwege corona. We anticiperen ook op de bovengenoemde effecten van de coronacrisis en de oplopende cijfers in de bijstand en het verloren gaan van banen. Dit doen we onder andere met een Taskforce Werk. Een tafel samen met het onderwijs en de werkgevers om heel concreet mensen van werk naar werk te leiden, van bijstand naar werk te leiden of van school naar werk te leiden. Dit is nu meer nodig dan ooit. We kijken bijvoorbeeld naar leer-werk-arrangementen in het onderwijs, omscholing, het actief matchen, werkcheques en het verlengen van stages voor schoolverlaters.
Door deze aanpak verkleinen we de kans dat we in 2021 geconfronteerd worden met tekorten die we hadden kunnen voorzien. Uiteraard met de kanttekening dat ook op dit gebied de crisis nog veel onzekerheden kent bovenop de risico’s van de overdracht van mensen uit beschermd wonen naar de Wet Langdurige Zorg en het herzien van de huidige verdeelmodellen. Eindhoven herkent ook het landelijke beeld van tekorten op de jeugdzorg. We zien in heel het land dat de vraag groter is en blijft dan voorzien was bij de decentralisatie met bijbehorende kortingen. We trekken met andere gemeenten nauw op om dit vraagstuk bij het Rijk te blijven agenderen, maar vooralsnog is het een stevig risico in onze begroting.
Tot slot versterken we de strategische functie ten behoeve van domeinoverstijgende vraagstukken. Dit is noodzakelijk om het sociaal domein te verbinden in de stad en binnen de gemeentelijke organisatie, alsook om de positie van Eindhoven te versterken. Het gaat bijvoorbeeld om het meedoen aan het gebiedsgericht werken en de woondeal wat een bijdrage levert aan het bevorderen van veiligheid en leefbaarheid.
Sterk en stedelijk
Werken aan vestigingsklimaat blijft essentieel. De Brainport Nationale Actieagenda is hierbij onze belangrijkste leidraad en samenwerkingsvehikel met het Rijk. We willen dit ook in een nieuwe kabinetsperiode doorzetten.
De onlangs vastgestelde nieuwe meerjarenagenda en -financiering van Brainport vormt hierbij de primaire inzet. Ten aanzien van het vestigingsklimaat in Eindhoven worden in 2021 een aantal verdere investeringen gedaan, al dan niet met ondersteuning uit de Regiodeal.
Het gaat daarbij onder andere om de investering in het internationaal onderwijs. In 2020 hebben we een nieuwe visie op internationaal onderwijs vastgesteld. Recent hebben we in het raadsvoorstel ‘Vereenvoudigen financiële afspraken ISE’ voorgesteld om aanvullend eenmalig € 3 miljoen vrij te maken voor de uitbreiding van de internationale school van 1100 naar 1500 leerlingen.
We werken in 2021 het atelierbeleid verder uit om breder invulling te geven aan design en het belang van startende ontwerpers voor onze stad. Door inzet van regiodealmiddelen passen we twee gemeentelijke panden aan voor laagdrempelige, betaalbare atelierruimte voor creatieve talenten. We hopen zo een bredere beweging te starten voor meer ateliers. In dit jaar wordt ook de doorontwikkeling van het Eindhoven Museum naar Vonk concreet. Komend jaar is ook het eerste jaar waarmee we uitvoering geven aan de Cultuurbrief 2021-2024.
En, we reserveren een structureel bedrag van €500.000 als onze bijdrage voor een toekomstig futurelab voor design en technologie. Tijdens Prinsjesdag 2020 maakte minister Van Engelshoven van OCW bekend dat zij voor in de periode 2021-2024 jaarlijks €500.000 uittrekt voor de vestiging van een futurelab in Eindhoven. Deze rijksbijdrage is, in combinatie met de gereserveerde bijdrage uit de Regiodeal en met de toegezegde provinciale bijdrage, een belangrijk fundament is om een plek te realiseren waar de verbinding tussen design en technologie permanent zichtbaar wordt.
Voorbeelden van andere impulsen in 2021 is de start van de aanbesteding van een conference center, de uitwerking van de Tongelreep en in 2021 gaan we ook aan de slag met het Eindhoven Museum, ‘t Schoot en de ontwikkeling rondom de Heuvel en het Muziekgebouw. Tenslotte wordt Area51 in 2021 afgerond.
De stad ontwikkelt zich (de ‘schaalsprong’) en dat vraagt om investeringen. Reguliere investeringen en vervangingsinvesteringen zijn in het algemeen goed geregeld, maar de toenemende belangstelling van andere overheden en private partijen om strategisch te investeren in de stad, vraagt ook van ons ruimte om hierop adequaat in te spelen. Dit is nodig om ontwikkelingen te initiëren en om door cofinanciering van provinciale, nationale of Europese investeringen een plus te zetten op onze eigen inzet. Eigen inbreng is namelijk noodzakelijk om geld van andere overheden binnen te halen. Binnen de huidige begroting is momenteel geen ruimte voor dit soort nieuwe en strategische investeringen. Het gaat om investeringen met grote stedelijke impact maar ook om kleinere investeringen met grote impact op de leefbaarheid en het op orde houden en brengen van de stad. We denken in ieder geval aan opgaven binnen de energietransitie, de schaalsprong van het OV-systeem, ontvlechting van de stedelijke en regionale bereikbaarheid, Eindhoven Internationale Knoop XL, Eindhoven Noord-West en de wijkgerichte aanpak. Om dit te faciliteren stellen we, naast de ruimte oplopend naar € 2 miljoen in 2024, een reserve in voor de kapitaalslasten. Voeding vinden we ook in de areaalgroei van de stad en in het resultaat op gebiedsontwikkelingen en grondopbrengsten. In 2021 komen we met een commissienotitie om uw input op te halen op een concreter voorstel voor een kader hiervoor. Komend jaar nemen we binnen onze reguliere investeringen de Geldropseweg en de Mathildelaan in uitvoering en starten we de voorbereiding op van de Boschdijk binnen de Ring. Dit is goed voor de leefbaarheid, de vergroening en het ondernemersklimaat. Bij deze projecten nemen we de geleerde lessen van de evaluatie Vestdijk vanzelfsprekend mee.
Daarnaast zetten we onverminderd in op het bestaande bouwoffensief om zo snel mogelijk zo veel mogelijk woningen te bouwen, waar behoefte aan is. De rode loper-aanpak voor ontwikkelaars en de snelle vergunningverlening maken dit tot een succes. Het gaat niet alleen om hoeveel we bouwen, maar ook om wat we bouwen. We wijzen locaties aan en geven kansrijke projecten voorrang. We investeren stevig in het uitbreiden van de ambtelijke capaciteit waarmee we processen sneller kunnen doorlopen. Vanzelfsprekend hebben we veel aandacht voor duurzaamheid, gezonde verstedelijking, innovatie en ruimte voor diverse groepen van sociale huurwoningen tot vrije kavels.
We zien dat het MKB hard geraakt is en wordt door de coronacrisis. Mede daarom komen we versneld met een integrale MKB-agenda. Onderdeel daarvan is de intensivering die is opgenomen in deze begroting omdat met name de detailhandel en de horeca hard getroffen worden door de coronacrisis. De continuïteit van veel ondernemingen is verder onder druk komen te staan. In de binnenstad, maar zeker ook in de wijken zien en verwachten we een groeiende druk op bestaande voorzieningen. Met deze intensivering starten we met een economische transformatie en herstel van wijkcentra, radialen en binnenstad. Al vóór de coronacrisis stond de vitaliteit en aantrekkelijkheid van veel stedelijke centra onder druk. Een hoog aantal faillissementen en bedrijfsbeëindigingen in de detailhandel leidden tot het verdwijnen van winkels en toenemende leegstand. Door de coronamaatregelen worden de fysieke verkooppunten in met name de non-food detailhandel, de horeca en cultuur hard geraakt. We gaan samen met belanghebbenden werken aan meer toekomstbestendige en aantrekkelijke wijkcentra en radialen, naast het continueren van aandacht voor de aantrekkelijkheid van de binnenstad en inzet op een integrale aanpak voor herstel. Dit zetten we in gang voor de jaren 2021, 2022 en 2023.
Startups zijn belangrijk voor Eindhoven en de Brainportregio. In deze coronatijd zagen we en zien we dat deze groep innovatieve ondernemers het moeilijk hebben. We hebben daarom samen met partners een corona-overbruggingsfonds opgericht. In 2021 komen we met een integrale nieuwe startup-strategie en -beleid zodat onze stad optimaal geëquipeerd is om deze groep ondernemers verder te laten groeien.
We blijven werken aan de bereikbaarheid van Eindhoven door concrete inzet op doorstroming, minder hinder, meer keuzemogelijkheden en de werkgeversbenadering. Het bereikbaar houden van een autoluwere binnenstad maakt daar integraal onderdeel vanuit. In 2021 willen we vooral op de uitvoering richten: de pop-up P&R’s, de hubstudie en het verkeersmanagementverwijssysteem. Randvoorwaardelijk voor de ontwikkeling van de stad en de autoluwe binnenstad in het bijzonder, is de doorstroming van de Ring. We doen een studie naar de knelpunten en intensiveren op onderhoud en opwaardering van de verkeerslichten. Door de combinatie van het de Ring op orde brengen en de binnenstad autoluwer maken, realiseren we een balans tussen een leefbare, aantrekkelijke en tegelijkertijd bereikbare binnenstad voor alle vervoersmiddelen.
Voor onze regionale bereikbaarheid werken we nu aan het MIRT-onderzoek. Dit is onze inzet om tot afspraken te komen met andere overheden om de bereikbaarheid van de Brainportregio ook in de toekomst te borgen. We werken nu aan onderzoek en op basis daarvan maken we afspraken met het Rijk. We laten geen kansen onbenut om externe financiering te benutten voor de bereikbaarheid van onze toplocaties. Na jaren is er inmiddels ook helderheid over het snelfietspad naar Helmond. Zonder onverwachte tegenslagen zal dit in 2021 gereed zijn.
Daarnaast starten we met verhoogde inzet op verkeersveiligheid. In het verleden hadden we te maken met ‘black spots’, maar sinds we deze aangepakt hebben zien we dat op onvoorspelde plekken in de stad er sprake is van onveilige situaties. Het blijkt dat dit vaak een oorzaak in gedrag heeft en niet komt door de fysieke inrichting van een kruispunt of het wegdek zelf. Daarom gaan we meer investeren in bewustwordingscampagnes en versnellen we de intensivering in de aanpak van schoolzones. We gaan in dit kader en vanuit doorstroming aan de slag met de Hugo van der Goeslaan. We gaan samen met de stakeholders in de omgeving een onderzoek doen naar data over verkeersgedrag (bijvoorbeeld woon-werk-verkeer) als opmaat naar gezamenlijke mobiliteitsafspraken.
Met Smart Mobility gaan we naast de nieuwe technologie en slimme apps, ook voor slimme afspraken voor verbeterde doorstroming. We doen onder andere mee met de krachtenbundeling in Zuid-Nederland met overheden en bedrijfsleven. We onderzoeken reisgedrag op basis van data en kiezen daarna voor gebiedsgerichte oplossingen en afspraken. Dit doen we vanuit de regionale bereikbaarheidsmiddelen.
Tenslotte; we zetten de pilot MaaS (‘Mobility as a Service’) door voor duurzame en emissievrije mobiliteit voor medewerkers en de stad, ook al is deze door de impact van corona flink vertraagd. En we werken in 2021 aan de Proefcasus Eindhoven Airport en ondersteunen de nieuwe overlegstructuur onder leiding van Pieter van Geel. In de uitwerking kijken we samen met partners naar het best haalbare advies over de ontwikkeling van Eindhoven Airport tot een duurzame luchthaven in een gezonde leefomgeving, nu en in de toekomst
Frisse lucht en nieuwe energie
In 2050 willen we een klimaatneutrale stad zijn, waar zuinig met energie wordt omgesprongen, energie duurzaam wordt opgewekt en grondstoffen en materialen oneindig worden hergebruikt. Dat is een enorme opgave waar we voor staan en waar we tijdig op moeten anticiperen. Door nu te investeren, voorkomen we kosten op de lange termijn. In 2021 continueren en intensiveren we onze activiteiten om deze doelstellingen te realiseren. Dit doen we met drie lijnen:
- Dichtbij de inwoner werken we aan de energietransitie en het klimaatbestendig maken van onze stad. Onderdeel daarvan is de aanpak aardgasvrije wijken samen met partners en inwoners. Met de incidentele intensiveringsmiddelen kunnen we starten om alle inwoners te mobiliseren om zelf aan de slag te gaan en de klimaatbeweging in onze stad te verstevigen. Dit doen we bijvoorbeeld door de ontwikkeling van een (digitaal) energieloket, een gemeentebreed isolatie- en energiebesparingsprogramma voor particuliere eigenaren en onderzoek naar financiële participatie van inwoners in collectieve energie-oplossingen.
- De groeiambities in de stad mogelijk maken. Er gaat de komende jaren veel gebouwd worden. We moeten bij de (ver)bouw van de stad rekening houden met veranderende weerssituaties zoals extreme neerslag en hittestress. We sluiten nieuwe ontwikkelingen niet meer aan op het aardgasnetwerk. Aangezien de ruimte boven en onder de grond én duurzame warmte- en energiebronnen in Eindhoven schaars zijn, is het met voorrang ontwerpen van een duurzame energievoorziening voor de centrumzone een cruciale schakel om te voorkomen dat ontwikkelingen vertragen omdat er onvoldoende elektriciteit of warmte beschikbaar is. Daarnaast zetten we in op een afvalloze stad en op meer ruimte voor lopen, fietsen en verblijven om de stad leefbaar en gezond te houden. Ook gaan we alternatieve vormen van vervoer stimuleren.
- We nemen onze verantwoordelijkheid. De energietransitie is een immense opgave. Met de beschikbare middelen maken wij een voortvarende start met de landelijke afspraken, door het aardgasvrij maken van de stad en het aanjagen van duurzame opwek- en energiebesparing. We nodigen het Rijk uit om deze opgave verder mogelijk te maken, ook financieel. We verduurzamen en maken onze eigen gebouwen aardgasvrij. Onze ervaringen delen we en gebruiken we zo als vliegwiel om andere partijen te helpen in het verduurzamen van vastgoed en we maken gebruik van de innovatiekracht van de regio. Wij kijken nadrukkelijk ook naar kansen die zich vanuit de Europa binnen de Green Deal voordoen om meer mogelijk te maken.
Daarnaast gaan we ons richten op het Schone Lucht Akkoord van het Rijk. Wij hebben dit akkoord ondertekend en we willen er concreet inhoud aan geven omdat schone lucht van belang is voor de leefbaarheid van onze stand en de gezondheid van onze inwoners.
Met betrekking tot de vergroening van de openbare ruimte brengen we de basis op orde. We voeren het Plan van Aanplant uit en we geven een impuls aan Trefpunt Groen Eindhoven omdat we het belangrijk vinden om hun rol te versterken in de duurzame en groene ontwikkeling van de stad. Daarnaast gaan we door met het versterken van de landschapsparken en het natuurnetwerk. En geven we een groenimpuls aan groenarme wijken. Naast het bekende belang van groen voor de sociale cohesie in buurten en het opvangen van hittestress en waterpieken, heeft de coronacrisis ons laten zien hoe belangrijk groen is om er even tussenuit te gaan. We geven deze impuls vorm samen met de buurtbewoners en verankeren het in de gebiedsprogramma’s. De Operatie Steenbreek zetten we onverminderd door. Tenslotte blijven we inzetten op vergroening en nieuwe groenstructuren in de binnenstad als integraal onderdeel van het ontwikkelplan centrum. In deze aanpak verleiden we de ontwikkelende partijen om hun verantwoordelijkheid te nemen en een bijdrage te leveren aan een leefbare, groene en klimaatbestendige openbare ruimte.
Stad met een groot hart
We zetten extra in op levendige en leefbare wijken omdat we zien dat het in een aantal gebieden minder goed gaat, het aantal kwetsbare inwoners toeneemt en we spanningen en polarisatie tussen bevolkingsgroepen zien. In deze wijken stapelen de problemen zich op en vormen zo een voedingsbodem voor bijvoorbeeld onvrede, eenzaamheid en kans op armoede. We sluiten hier onze ogen niet voor en we willen op tijd voorkomen dat een deel van onze inwoners niet meer mee kan doen. We hebben dit in het verleden al succesvol gedaan in een aantal wijken zoals Woensel-West. Inzet op leefbare wijken, sociale samenhang en zorg voor kwetsbaren gaat hand in hand in onze aanpak. Dus naast investeringen in de woningen en de openbare ruimte zullen we ook gebiedsgericht inzetten op onderwijs, gezondheid, veiligheid, sport en op sociale en economische mogelijkheden voor inwoners. We doen dit in samenwerking met bewoners en maatschappelijke partners in de wijk. Met de incidentele financiële ruimte kunnen we doorpakken op slepende issues, concrete problemen aanpakken en bevorderen dat inwoners eigenaarschap voelen voor hun wijk.
De sportsector is hard geraakt door de coronacrisis. Verenigingen zien uitdagingen in hun financiën maar ook op andere vlakken, zoals betrokkenheid van vrijwilligers en sponsoren, moeten alle zeilen bijgezet worden. Onze verenigingsondersteuners waren al van grote waarde maar corona heeft dit nog eens extra aangetoond. We hebben daarom met ingang van 2021 de buurtsportcoaches structureel geborgd. We zetten daarbij onverkort in op verenigingsondersteuning maar ook nadrukkelijk op verbinding met de wijken waarin de verenigingen actief zijn. Onze verenigingen en vrijwilligers zijn essentieel en juist door corona zien wij dat sporten, bewegen en deelnemen aan cultuur verbindt. We gaan de buurtsportcoaches daarom ook nadrukkelijk verbinden aan de wijken.
In 2021 gaan we een intensiveringsslag maken met ons uitvoeringsprogramma diversiteit. We nemen een actievere rol als gemeente. Eindhoven is een diverse en internationale stad en we streven op ieder gebied een inclusief Eindhoven na. We hebben als gemeente een voorbeeldrol en zetten in op preventie van discriminatie, polarisatie en radicalisering. Dit doen we onder andere door ontmoeting en dialoog te organiseren tussen mensen in de stad en door actief het debat hierover aan te gaan.
We maken in 2021 ook een slag met inwonersparticipatie. Onder andere door internationalisering zien we een veranderende samenleving. Nieuwe ontwikkelingen zoals de Omgevingswet, de energietransitie en de groei van de stad vragen om een herbezinning op de manier waarop we als gemeente met onze inwoners willen omgaan. Ook actuele maatschappelijke trends zoals individualisering, polarisatie en digitalisering hebben invloed op onze samenleving. Dit vraagt dat we met een nieuwe blik moeten kijken naar de manier waarop we participatie vormgeven en hoe we maatschappelijk initiatief de ruimte kunnen geven. We maken een nota participatie en zetten in op vernieuwende manieren van samenwerking met de stad, zoals online participatie, digitalisering en gamification.
Tenslotte
We leven in een uitzonderlijke tijd. Het opstellen van een begroting is geen sinecure omdat het op dit moment bijna onmogelijk is om ver vooruit te kijken. Onzekerheid is troef, maar we zullen u gedurende de tijd meenemen op de actuele ontwikkelingen en de impact daarvan op de begroting 2021. We zijn van veel factoren afhankelijk: het verloop van de pandemie, de steunmaatregelen van mede-overheden, de impact van de crisis op de economie, op de werkgelegenheid en op de (verschillen in de) samenleving. De eerste inzichten zijn zorgelijk en daar hebben we zo goed mogelijk op geanticipeerd met deze begroting. We verwachten hiermee de balans gevonden te hebben tussen soliditeit en flexibiliteit. Tussen doen wat nodig is en ruimte zoeken om onze ambities te realiseren. En altijd met oog voor de toekomst van de stad, haar inwoners en ondernemers. Vanuit het uitgangspunt dat we kijken met een ‘brede welvaart’-bril omdat we willen dat iedereen mee kan doen en we rekening moeten houden met de generaties na ons. En in de wetenschap dat onze financiële positie weliswaar beter is, maar nog steeds heel kwetsbaar. Dat geldt – net als voor alle Nederlandse steden – vooral in het sociaal domein. De landelijke bezuinigen vanwege de decentralisaties uit het verleden dreunen nog steeds na. Specifiek voor Eindhoven geeft dat een extra uitdaging om ons voorzieningenniveau overeind te houden en de stad duurzaam betaalbaar te houden. Alleen dan kan Eindhoven haar rol als één van de motoren van de Nederlandse economie blijven spelen. De huidige coronacrisis en haar gevolgen zal ons de komende tijd nog intensief bezighouden en we houden onze blik zeker ook gericht op de langetermijnopgaven van de stad. We zijn ervan overtuigd dat onze Eindhovense manier van samenwerken met de stad behulpzaam is voor onze veerkracht en daarmee bijdraagt aan een sterk en evenwichtig herstel.
[1] Zie https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/33/economie-krimpt-met-8-5-procent-in-tweede-kwartaal-2020 .
[2] Zie https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/33/coronacrisis-leidt-tot-ongekende-daling-aantal-banen .