Eindhoven is een Global Goals-gemeente. Wij willen bijdragen aan deze grote globale doelstellingen die tot doel hebben om onder andere armoede uit te bannen, gelijke rechten voor iedereen te verzekeren en duurzame ontwikkeling te bevorderen. Voor een succesvolle aanpak is het noodzakelijk dat we ons committeren aan de voor Eindhoven relevante doelen en daar ook verantwoording over gaan afleggen. Omdat de 17 Global Goals een duidelijke lokale dimensie kennen en veel van de (sub)doelen direct of indirect het dagelijks werk van gemeenten raken, is een lokale doorontwikkeling nodig.
Dit is een ontwikkeling die niet van vandaag op morgen is gerealiseerd. In 2020 hebben we daartoe de eerste stappen gezet en dit jaar borduren we daar op voort.
Door te kijken naar de doelen die relevant zijn voor de programma’s uit deze begroting, is per programma een Global Goals top 3 gecreëerd. De programma’s dragen allemaal in meer of mindere mate bij aan het behalen van de Global Goals. Door de doelen te koppelen aan de programma’s laten we daarnaast zien dat er sprake is van onderlinge verbanden tussen de doelen. Het gaat om integrale doelen. Lokale invulling van de doelen vergt aansluiting bij de lokale realiteit en de lokale behoeften. Door focuswijzigingen of nieuwe verbindingen in de programma’s kunnen zich veranderingen voordoen en ook verbindingen met andere doelen ontstaan.
Een kanttekening bij deze uitwerking is dat de top 3 zeker niet de enige Global Goals zijn waar de programma’s aan bijdragen. Tot slot is het van belang te blijven benadrukken dat de Global Goals hierbij voornamelijk als onderlegger dienen voor deze, al bestaande, prioriteiten. De Global Goals zijn een nieuwe taal waarin we deze prioriteiten, maar ook bijvoorbeeld The Natural Step, maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI), de 3p’s (people, planet en profit) en de trends en ontwikkelingen uit het sociaal domein terug kunnen laten komen.
Overzicht
1. Veiligheid
Het programma Veiligheid richt zich op de reguliere taken van de brandweer en taken voor het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen. Daarnaast gaat het om alle gemeentelijke taken op het gebied van de openbare orde en veiligheid, waaronder een veilige woon- en leefomgeving en toezicht en handhaving van de openbare orde. Veiligheid is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijke stad en voor economische en sociale ontwikkeling. De stad moet niet alleen veilig zijn, de inwoners moeten zich ook veilig voelen ( doel 11 duurzame steden en gemeenschappen ) . Om de veiligheidsdoelstelling te kunnen realiseren geven we, mede op basis van het beleidskader veiligheid, uitvoering aan de veiligheidsaanpak ( doel 16 vrede, justitie en sterke publieke diensten ) . Daarbij pakken we, samen met onze in- en externe partners, zoals Veiligheidsregio Brabant- Zuidoost Politie, OM, Belastingdienst en TF-RIEC Brabant-Zeeland, de veiligheidsproblematiek aan in gebieden in de stad waar dit nodig is ( doel 17 partnerschap om doelstellingen te bereiken ) .
2. Verkeer, Vervoer & Waterstaat
Doel 11 duurzame steden en gemeenschappen staat centraal in dit programma. Zo richten de programma’s Duurzaamheid en Ruimtelijke Ontwikkeling zich op het tegengaan van klimaatverandering, tracht het programma Verkeer & Vervoer om de bereikbaarheid van de stad op een duurzame wijze te optimaliseren en vormt een schone openbare ruimte de basis voor het programma Openbare Ruimte. Coherent hieraan is doel 13 klimaatactie , waarbij bijvoorbeeld het programma Water onze stad probeert te adapteren aan het veranderende klimaat. Hiernaast faciliteert Verkeer, Vervoer & Waterstaat onder andere een gunstig vestigingsklimaat middels het bevorderen van de mobiliteit en de infrastructuur op een duurzame wijze om zo doel 8 waardig werk en economische groei en doel 9 industrie, innovatie en infrastructuur te realiseren. Om economisch te groeien moeten namelijk bijvoorbeeld werklocaties duurzaam verbonden en bereikbaar zijn.
3. Economie
Doel 8 waardig werk en economische groei vormt de essentie van het programma Economie. Dit zie je bijvoorbeeld terug in de samenwerking met het Sociaal Domein dat voortijdig schoolverlaters en schoolverzuim probeert te voorkomen of via onder andere arbeidsmarktrelevante opleidingen een betere aansluiting op de arbeidsmarkt realiseren. Daarnaast trachten deze programma’s en taakvelden via onder andere de omgevingsvisie, de ruimtelijke agenda of triple helix samenwerkingen als Brainport een aantrekkelijk vestigingsklimaat te stimuleren en zodoende economische groei te bewerkstelligen. Economische groei is geen doel op zich, maar loopt op met het welzijn en de welvaart van onze samenleving. Al onze inwoners - zowel hoog als laag opgeleid - moeten het succes van Brainport Eindhoven kunnen voelen. Het zorgen voor waardig werk en het bevorderen van het economisch klimaat is de kerntaak van de programma’s Economie en Sociaal Domein.
Het programma Economie hecht aansluitend hieraan ook waarde aan doel 10 ongelijkheid verminderen . In bredere context staat het thema inclusie hoog op de agenda van Brainport om een bijdrage te leveren aan het verminderen van ongelijkheden. Cruciaal hierbij is doel 17 partnerschap om doelstellingen te bereiken . Om de genoemde doelstellingen te behalen is het namelijk van uiterst belang om te investeren in partnerschappen en constructief samen te werken. We werken hiervoor nauw samen met de ons omliggende gemeenten binnen de Metropoolregio en bekijken hoe we onze bedrijven in het midden- en kleinbedrijf (MKB) nóg beter kunnen aansluiten op economische ontwikkelingen.
4. Onderwijs
Het programma Onderwijs richt zich op de gelijke toegankelijkheid van onderwijs ( doel 4 kwaliteitsonderwijs ) . Een toezicht rol voor het openbaar onderwijs. Hierbij is een
belangrijk speerpunt vanuit het beleid om de voor- en vroegschools educatie (VVE) (4.2)
te realiseren en het terugdringen van laaggeletterdheid (4.6). De basis van het programma is het verminderen van de ongelijkheid ( doel 10 verminderde o ngelijkheid ) middels de inzet van instrumenten als kansengelijkheidsmonitor gericht op onderwijs (10.3). Onderwijshuisvesting draagt hier ook in grote mate aan bij. Het is tevens van belang om een goede aansluiting op de arbeidsmarkt te realiseren ( doel 8 waardig werk en economische groei .) Bijvoorbeeld via het voorkomen van voortijdig schoolverlaters en schoolverzuim (8.6) om jongeren in een kwetsbare positie een goede basis mee te geven.
5. Sport, Cultuur & Recreatie
Het programma Sport, Cultuur & Recreatie tracht op de eerste plek om doel 3 goede gezondheid en welzijn te bereiken. Zo wordt er bijvoorbeeld via subsidies voor kinderen om te gaan sporten een basis gefaciliteerd voor jongeren en worden verenigingen gestimuleerd om een gezond sportklimaat te promoten. Ook de mate van groen in de stad draagt bij aan de aangename temperatuur in de stad, zodat je kan (blijven) ontmoeten en dat je de mogelijkheden krijgt om te bewegen. Het bereiken van doel 11 duurzame steden en gemeenschappen is in die zin ook van uitermate belang. Meer dan de helft van de begroting van sport zit in accommodaties die de gemeente beheert en hierdoor ervoor kan zorgen dat deze toegankelijk zijn voor een ieder. Hiernaast streeft het programma Maatschappelijk Vastgoed ernaar om het in stand houden of versterken van cultureel erfgoed en zet het bijvoorbeeld vrijetijd accommodaties in als middelen om eenzaamheid/verwaarlozing tegen te gaan. Hiervoor is het tevens van belang om in gesprek te zijn met verenigingen over gedeelde verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld via het Lokaal Sport Akkoord. Er wordt dus tevens waarde gehecht aan doel 17 partnerschappen voor de doelstellingen .
6. Sociaal Domein
Binnen het Sociaal Domein staat doel 10 ongelijkheid verminderen hoog in het vaandel. Iedereen moet mee kunnen doen in de samenleving en iedereen moet gelijke kansen hiertoe hebben. Het diversiteitsbeleid richt zich erop om ongelijkheid op basis van etniciteit en seksuele geaardheid te voorkomen en het programma Werk & Inkomen tracht om middels passend werk de kloof tussen arm en rijk te dichten. Bovendien is het onverminderd de ambitie om in de komende jaren in te zetten op inclusief werkgeverschap. Omdat we een voorbeeldfunctie hebben en omdat we weten dat diversiteit bijdraagt aan betere oplossingen voor de vraagstukken waar we aan werken. Hiernaast tracht de kortdurende inzet vanuit het team Migratie op alle facetten van het leven van de doelgroep hen gelijke kansen in Nederland te bieden. De doelen 1 geen armoede, 3 goede gezondheid en welzijn, 4 kwaliteitsonderwijs en 8 waardig werk en economische groei vormen de pilaren van het Sociaal Domein.
WMO & Gezondheid heeft als doel om ten eerste ervoor te zorgen dat iedereen mee moet kunnen doen in de samenleving en hiervoor is een goede gezondheid en welvaart ( doel 3 goede gezondheid en welzijn ) voor alle leeftijden van belang, zodat iedereen gelijke kansen heeft ( doel 10 ongelijkheid verminderen ). Hiernaast is het van belang om te voorkomen dat mensen onder de armoedegrens vallen ( doel 1 geen armoede ) , omdat het dan namelijk heel moeilijk is je op andere zaken te focussen in het leven.
Het team Migratie tracht om haar doelgroep te ondersteunen door bijstandverstrekkkingen en inkomensregelingen te hanteren en zodoende doel 1, geen armoede te bereiken. Het inburgergerings traject draagt o.a. bij aan diplomawaardering en erkenning, zodat op passend niveau doorgestuurd kan worden/passend werk gezocht kan worden ( doel 4, kwaliteitsonderwijs en doel 8, waardig werk en economische groei ). Het programma Onderwijs richt zich tevens op de gelijke toegankelijkheid van onderwijs ( doel 4, kwaliteitsonderwijs ) . In het programma Jeugd wordt onder andere gewerkt aan het verminderen van de gevolgen van armoede, zodat kinderen minder nadelen ervaren van deze armoede en beter mee kunnen doen ( doel 1, geen armoede ). Bovendien gaat een groot gedeelte van het subsidiebudget naar organisaties die rechtstreeks werken aan de genoemde doelen.
7. Volksgezondheid & Milieu
Het programma Volksgezondheid & Milieu werkt aan gezondheidsbescherming ( doel 3, goede gezondheid en welzijn ) om negatieve gezondheidseffecten van onder andere lucht en geluid te verminderen, bijvoorbeeld via kennisplatformen. Groen draagt in belangrijke mate bij aan de aangename temperatuur in de stad, zodat je kan (blijven) ontmoeten en dat je de mogelijkheden krijgt om te bewegen. Hierdoor draagt het programma bij aan doel 3, goede gezondheid en welzijn . In essentie werkt het programma hiermee aan doel 11, duurzame steden en gemeenschappen om gezonde verstedelijking te bewerkstelligen via bijvoorbeeld quadriple helix samenwerkingen. Een schone lucht of grond draagt op zijn beurt weer bij aan de biodiversiteit en een beter (doel 15) leven op het land . O ok richt het programma zich op doel 13, klimaatactie door de gevolgen van klimaatverandering te beperken. Denk bijvoorbeeld aan overstromingsbeperking door efficiënte inzet van groen en water, bewustwording door voorbeelden van wat er in de stad gebeurt of het kiezen (13.3) voor een extreme weer en hitte bestendige beplating (13.b) . De basis hierbij is dat de openbare ruimte schoon, heel en veilig is, zodat iedereen de openbare ruimte kan gebruiken. Zodoende zorgen we voor een prettige, duurzame en veilige stad waarbij we rekening houden met de dringende klimaatverandering ( doel 11, duurzame steden en gemeenschappen en doel 13, klimaatactie ).
8. Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening & Stedelijke Vernieuwing
Doel 11 duurzame steden en gemeenschappen komt sterk naar voren in dit programma. Zo streeft het programma Maatschappelijk Vastgoed ernaar om cultureel erfgoed in stand te houden of te versterken en zet het bijvoorbeeld vrijetijd accommodaties in als middelen om eenzaamheid/verwaarlozing tegen te gaan. Middels integrale huisvestingsplanning wordt tevens de werkwijze vorm gegeven om zo rekening te houden met de behoefte vanuit de wijk, de doorlopende leerlijn, de zorg etc. Om de bereikbaarheid van de stad op een duurzame wijze te optimaliseren richt Verkeer & Vervoer zich hiernaast ook op doel 9 industrie, innovatie en infrastructuur . De basis hierbij is dat de openbare ruimte schoon, heel en veilig is, zodat iedereen de openbare ruimte kan gebruiken. Zodoende zorg je voor prettige, duurzame en veilige steden die rekening houdt met de dringende klimaatverandering ( doel 11 duurzame steden en gemeenschappen & doel 13 klimaatactie ).
Het programma Groen & Recreatievoorzieningen richt zich op doel 13, klimaatactie door de gevolgen van klimaatverandering te beperken. Denk bijvoorbeeld aan overstromingsbeperking door efficiënte inzet van groen en water, bewustwording door het delen van voorbeelden van wat er in de stad gebeurt of het kiezen (subdoel 13.3) voor een extreme weer- en hittebestendige beplanting (subdoel 13.b). Ook het programma Water probeert de stad aan te passen aan het veranderende klimaat dat zich uit in bijvoorbeeld intensieve neerslag, te weinig neerslag en overstromingsgevaren van beken.
Het programma Grond richt zich voornamelijk op doel 11, duurzame steden en gemeenschappen . Het aankopen en verkopen van grond is geen kerntaak van de gemeente, maar wordt gedaan om doelen als de Global Goals te bereiken. Door bijvoorbeeld veilige en betaalbare woningen (11.1) en infrastructuur (11.2) mogelijk te maken die tevens inclusief zijn, zodat iedereen in de stad op een duurzame wijze kan wonen (11.3). Tevens wordt er rekening gehouden met de impact op het milieu door op basis van het beleids- en financiële kader een afweging te maken welke locatie het meest optimaal is voor een project (11.6). Indien de gemeente zelf grond ter beschikking heeft kan het hoge eisen stellen waar de partij die er aan de slag gaat aan moet voldoen. Hiermee wordt er met grondgebruik gestuurd, zoals met bestemmingsplannen en bouwvergunningen, om zaken mogelijk te maken voor de samenleving (11.7).