Begroting 2021

Paragrafen

3b. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Onze gemeente kent een grote diversiteit aan beleidsterreinen zoals de decentralisaties in het sociaal domein, vastgoed, grondexploitaties, sport en veiligheid. Op al deze gebieden lopen we verschillende soorten risico’s: financieel, juridisch, veiligheid, bestuurlijk, imago, maatschappelijk en integriteit. Daarom is het belangrijk dat we vooraf nadenken over de mogelijke gevolgen van beleid en dat we afwegen welke risico’s we kunnen en willen nemen en welke maatregelen we nemen om de risico’s te monitoren en te beheersen. Risicobeheersing is geen doel op zich maar draagt bij aan het bereiken van onze doelstellingen.

Het weerstandsvermogen is de belangrijkste buffer voor risico’s waarvoor geen specifieke voorzieningen zijn getroffen. Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente in staat is om substantiële tegenvallers op te vangen zonder direct ingrepen in de begroting te hoeven doen. Onderstaande figuur maakt duidelijk voor welk gedeelte van de risico’s we weerstandsvermogen aanhouden:

De risico’s behelzen alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen (bijvoorbeeld in de vorm van een voorziening) en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. De nota risicomanagement benoemt drie soorten risico’s:

  • externe risico’s: risico’s waar je als organisatie geen invloed op hebt zoals (natuur)rampen, economische omstandigheden, vluchtelingenstromen, wet- en regelgeving vanuit het Rijk (bijvoorbeeld herziening van de financiële verhoudingen);
  • strategische risico’s: risico’s die inherent zijn aan de aard van de organisatie zoals risico’s op gebied van decentralisaties, subsidieverstrekking, grondexploitaties, investeringen, samenwerkingsverbanden en overige exploitatierisico’s;
  • te voorkomen risico’s: interne risico’s als gevolg van gedrag en risico’s die beheersbaar zijn. Ze kunnen beheerst of voorkomen worden door actieve preventie (en vallen dus niet onder het weerstandsvermogen).

Er is geen wettelijke normering voor de benodigde weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door de risico’s waaraan we na het treffen van beheersmaatregelen nog kunnen worden blootgesteld en die we niet kunnen opvangen in de begroting. Dit kunnen externe en strategische risico’s zijn. We hebben de norm voor het weerstandsvermogen een aantal jaren geleden vastgesteld op 10% van het begrotingstotaal. Dit bedrag ligt in lijn met het gemiddeld meerjarig berekende totaal bedrag aan externe en strategische risico’s. Onzekerheden en niet te kwantificeren risico’s worden daarbij gecompenseerd door mogelijk positieve risico’s. De norm van 10% van het begrotingstotaal beweegt mee met de omvang van de begroting en daarmee met extra risico’s uit een hogere exploitatie. Omdat het begrotingstotaal voor 2021 nagenoeg gelijk is aan dat van 2020 laten we de norm voor 2021 ongewijzigd op € 93 miljoen. Het weerstandsvermogen ontwikkelt zich op basis van de huidige inzichten als volgt:

Verloop weerstandsvermogen x €1 miljoen

2020

2021

2022

2023

2024

Beschikbaar 1 januari

100

128

107

99

93

Rekeningresultaat (t-1)

48

Inzet vanuit voorgaande jaren

-5

Corona/mutaties kaderbrief en begroting 2021

-15

-21

-8

-6 

Beschikbaar 31 december  

128

107

99

93

93

Norm

93

93

93

93

93

Verschil

35

14

6

0

0

We kunnen niet alle risico’s kwantificeren. Kenmerk van de meeste risico’s is dat ze gepaard gaan met grote onzekerheid (zowel qua financiële impact als qua kans van voordoen). Daar staat tegenover dat we de stille reserves niet optellen bij het beschikbaar weerstandsvermogen. Stille reserves zijn waardecomponenten die vanuit de voorschriften niet op de balans mogen worden opgevoerd, zoals overwaarde in panden, voorraden en aandelen in andere ondernemingen en de waarde van de kunst die in ons bezit is. Risico’s zijn niet te kwantificeren in één absoluut getal. Toch is het belangrijk om een relatie te leggen tussen risico’s en benodigde weerstandscapaciteit. Hiervoor zijn de externe risico’s nu toegevoegd aan het overzicht van de risico’s, deels in de vorm van kwetsbaarheden. Als ze zich voordoen kunnen ze namelijk substantiële impact op de begroting hebben. De coronacrisis heeft dit duidelijk gemaakt. Voor de externe risico’s is een basisbedrag aan weerstandscapaciteit nodig. Daarnaast moet de beschikbare weerstandscapaciteit toereikend zijn om de strategische risico’s af te dekken: juridische risico’s, projectrisico’s van het grondbedrijf, risico’s aan de inkomstenkant en overige exploitatierisico’s (bijvoorbeeld restrisico’s binnen het sociaal domein). Het totaal van de risico’s en kwetsbaarheden ligt in lijn met de norm van het weerstandsvermogen. In schema is het beeld op hoofdlijnen:

Externe risico’s
en kwetsbaarheden

45
mln

Overig (o.a. coronacrisis, economische neergang)

Sociaal (o.a. aanzuigende werking, rijksmiddelen)

Ruimtelijk (o.a. prijsstijgingen, klimaatverandering, groei stad)

Bedrijfsvoering (o.a. herijking gemeentefonds, druk op loongebouw)

Strategische risico’s

48
mln

Claims, bezwaren, rechtzaken, onderhandelingen

Inkomsten

Exploitatierisico’s (o.a. sociaal domein open-einde regelingen)

Grondbedrijf

Kengetallen
De kengetallen van het BBV geven nadere informatie over de financiële positie van de gemeente. We berekenen de kengetallen op basis van een prognose van het balansbeeld (zie bijlage 1 Kerngegevens).  De prognose wordt onder meer ontleend aan de investeringsplannen en het MPG. De kengetallen geven het volgende beeld:

(x € 1 miljoen)

NL2018

R2018

R2019

GB2020

2021

2022

2023

2024

netto schuldquote

58%

51%

49,0%

53,0%

55,2%

56,8%

57,5%

57,1%

netto schuldquote gecorrigeerd 

48%

48%

46,5%

50,3%

53,2%

54,6%

55,2%

54,8%

solvabiliteitsratio

34%

28%

33,8%

32,5%

29,9%

28,9%

28,2%

28,2%

grondexploitatie

10%

8%

8,1%

7,3%

5,3%

4,2%

3,1%

2,0%

structurele exploitatieruimte

0%

2%

7,6%

0,0%

1,0%

1,0%

1,0%

1,0%

belastingcapaciteit

100%

91%

96,7%

99,5%

99,5%

99,5%

99,5%

99,5%

De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. De solvabiliteit geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te blijven voldoen. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe hoog de waarde van de grond is ten opzichte van de totale geraamde baten. Bij de structurele exploitatieruimte betekent een positief percentage dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. De belastingcapaciteit reflecteert de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing) in relatie tot het landelijk gemiddelde. De kengetallen blijven vanaf 2021 naar verwachting stabiel en geven in relatie tot de financiële positie geen aanleiding tot extra bijsturing. Ten opzichte van de BBV referentiewaarden scoort de solvabiliteit 'gemiddeld' en zijn de overige kengetallen 'minst risicovol'.

Bij het gemeentefonds heeft er een systeemwijziging plaatsgevonden met betrekking tot het BTW-Compensatiefonds (BCF). Conform de richtlijnen van de provincie Noord-Brabant hebben we een stelpost opgenomen van € 776.000 structureel, gebaseerd op 100% van de realisatiecijfers voor 2019.

Deze pagina is gebouwd op 09/22/2020 21:57:31 met de export van 09/22/2020 21:46:44